Voetklachten ABC
Pijn aan de hiel, pijn in de onderrug of pijn aan de heup kan worden veroorzaakt doordat uw ene voet meer is doorgezakt dan de andere. Hierdoor kunnen voetblessures ontstaan. Maar ook is het mogelijk dat er een disbalans in uw lichaam ontstaat waardoor eenzijdig druk wordt uitgeoefend op uw gewrichten.
Een afwijkende voetstand in combinatie met een disbalans in uw lichaam kan bijvoorbeeld zorgen voor gewrichtspijn. Een pijnklacht die u niet direct zult herkennen als een probleem dat te verlichten of te verhelpen is.
Met deze Voetklachten ABC kunt u zelf een inschatting maken of uw klachten te maken kunnen hebben met een afwijkende voetstand. Let op: dit geeft slechts een indicatie. Alleen een onderzoek door een adviseur geeft volledig inzicht in de oorzaak van uw klachten.
Wij hebben de meest voorkomende voetklachten voor u uitgelegd:
De achillespees is de grootste pees van het lichaam en loopt van de kuitspier naar het hielbeen. Het is een kwetsbare plek, bij het sporten of lopen komen zware krachten op de achillespees te staan. Vooral bij sporters is er kans op blessures, een scheur in de pees of peesontsteking (tendinitis). Bij een achillespeesontsteking kan er sprake zijn van verschillende klachten zoals:
- Milde pijn na training of hardlopen. De pijn kan geleidelijk aan erger worden.
- Perioden van (soms heftige) pijn in de pees gedurende een paar uur na het hardlopen.
- Ongeveer zes centimeter boven de plek waar de achillespees met het hielbeen is verbonden, is het (vooral ’s ochtends) gevoelig.
- Stijfheid; dit wordt minder als de pees is opgewarmd.
- Lichte zwelling.
Artritis is een ontsteking van de gewrichten die veroorzaakt kan worden door reumatische aandoeningen (bijvoorbeeld reumatische artritis), verwondingen of bacteriële ontstekingen (septische artritis). De verschijnselen zijn hevige pijn bij drukking en beweging van het aangedane gewricht, koorts, roodheid van de huid. Er wordt ontstekingsvocht in plaats van gewrichtsvocht gevormd, waardoor de smering en de voeding van het gewrichtskraakbeen gestoord raakt. Artritis wordt onderscheiden van artrose: pijnlijke gewrichten door slijtage.
Artrose is een aandoening van de gewrichten, in het dagelijks leven ook wel slijtage genoemd. Gewrichten zorgen er voor dat je lichaam flexibel is, ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat je je armen en benen kunnen buigen en strekken. Een gewricht wordt meestal gevormd door twee botten. Om het uiteinde van dat bot heen ligt een gladde bekleding: het gewrichtskraakbeen.
Artrose is een aandoening waarbij het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit gaat en op den duur zelfs geheel kan verdwijnen. De bot uiteinden komen dan tegen elkaar. Hierdoor kunnen er ook problemen ontstaan met het onderliggende bot. Als reactie op de verminderde kraakbeen bescherming gaat het bot zijn dragende oppervlak vergroten om de druk op het gewricht te verminderen. Het gewricht kan daardoor uitsteeksels vormen (osteofyten), dikker worden en misvormd raken. Hierdoor worden bewegingen pijnlijk en je krijgt de neiging om het gewricht steeds minder te gaan bewegen. Dit veroorzaakt weer dat je stijf wordt en dat je spieren slapper worden.
Beenlengteverschillen komen heel vaak voor. Kleine verschillen in beenlengte hebben zonder klachten geen behandeling nodig. Slechts in uitzonderingen is het nodig om een beenlengteverschil van maximaal één centimeter te compenseren. Als reden hiervoor kan gedacht worden aan rugklachten die door het lengteverschil worden veroorzaakt.
Als het beenlengteverschil groter is en het invloed heeft op het looppatroon, zal dit verschil gecompenseerd moeten worden in het schoeisel. Bij sommige mensen is het ene been langer dan het andere. Door het lengteverschil gaat het bekken scheef staan en om dit te compenseren gaat de rug een kromming maken. Dit lukt door de spieren aan één kant van de rug constant te spannen.
Beenlengteverschil geeft meestal geen klachten, dus ook geen rugpijn. Pas bij een groot verschil in lengte (ongeveer 2,5 cm en meer) bestaat er kans dat de rugspieren zodanig moeten spannen dat er rugpijn ontstaat.
Bij de grote (en ook de kleine) teen zit het bot vlak onder de huid. Omdat de huid soepel over het gewricht moet kunnen glijden, zit er een holte met slijmerig vocht tussen de huid en het gewricht, de zogenaamde slijmbeurs. Een bunion is nu een geïrriteerde of ontstoken zwelling aan de basis van de grote teen of kleine teen. De zwelling ontstaat door verdikking van het bot en het onderhuidse weefsel. Ook is vaak de onderhuidse slijmbeurs opgezet.
Eelt (callus) is een stuk ruwe, verdikte huid op handen, voeten of ander plaatsen waar door druk of irritatie de huidcellen versneld gaan groeien. Eelt is meestal gevoelloos en beschermd de onderliggende huid, die vaak erg gevoelig is.
Deze aandoening komt voor bij een klein gedeelte van diabetes patiënten die lijden aan polyneuropathie waardoor zij in de voeten niets of nauwelijks nog iets voelen. Hierdoor merken zij verwondingen niet op en soms lopen ze zelfs weken rond met een botbreuken. Door de gevoelloosheid wordt de voet bovendien vaak verkeerd belast; het lichaam corrigeert immers niet meer automatisch omdat een verkeerde belasting geen pijngevoel meer geeft. Ook afknelling van aderen door een knellende schoen wordt niet opgemerkt. Het gevaarlijke van de Charcot voet is dat de patiënt dus niets voelt. Velen gaan pas naar de dokter wanneer de voet er ‘raar’ uitziet. De voet wordt plomp en heeft zich gedeeltelijk vervormd. Omdat de vervormde botten drukken, bestaat er bovendien het gevaar op een diepe zweer met bacteriële infecties. De vervormingen markeren het chronische stadium van de Charcot voet.
Decubitus is ernstige beschadiging van de huid als gevolg van permanente druk op-, en verminderde bloedvoorziening in een bepaald huidgebied. Decubitus treedt vooral op in situaties waarin mensen langdurige bedrust moeten houden of om andere redenen zeer lang in een houding blijven liggen of zitten. De decubitus treedt op waar de huid over een relatief naar buiten stekend deel van het bottenstelsel ligt. Bij langdurig ‘mangelen’ van de huid tussen het bot en het bed ontstaat plaatselijk zuurstoftekort in de huid en het onderhuidse bindweefsel. Als deze toestand langer bestaat gaat het weefsel dood: dit noemt men necrose.
Het dode huidweefsel en onderliggende bindweefsel verdwijnt en een (vaak diepe) wond is het gevolg. Een dergelijke wond wordt een ulcus (zweer) genoemd.
Bekende decubitusplekken zijn de stuit en de hielen van de voeten.
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een aandoening waarbij de bloedglucoseconcentratie in het bloed bij herhaling verhoogd is. De ziekte gaat gepaard met een absoluut of relatief tekort van het hormoon insuline dat in de alvleesklier wordt gemaakt.
Er bestaan verschillende vormen van diabetes mellitus:
Type 1 diabetes komt meestal op jongere leeftijd voor, maar kan zeer wel op oudere leeftijd ontstaan. Bij deze vorm van diabetes is er een ontstekingsproces in de alvleesklier gaande waardoor deze zelf geen insuline meer kan maken. Voor deze vorm van diabetes is insulinebehandeling noodzakelijk.
Type 2 diabetes begint vaker op oudere leeftijd en wordt daarom ook wel aangeduid met de term ouderdomsdiabetes. Hierbij bestaat er altijd een combinatie van een tekort aan insuline aanmaak en een verminderde gevoeligheid van de weefsels voor insuline.
Op lange termijn kunnen er specifieke diabetescomplicaties ontstaan, met meestal in het oog, de nieren en de zenuwen. De laatste complicaties dragen bij aan diabetische voetproblemen.
Omdat in de voeten zowel de zenuwen als de bloedvaten aangedaan kunnen zijn is het van groot belang de voeten goed te controleren. Controle van de voeten op wondjes etc. dient voornamelijk door de patiënt zelf te gebeuren. Deze kan dit doen door dagelijks de voeten te inspecteren op bijvoorbeeld wondjes en ingegroeide teennagels. Let ook op oneffenheden als steentjes in de schoenen. Loop vooral nooit op blote voeten, ook niet in huis. Het is eveneens van belang om extreme temperaturen te vermijden.
Eelt (callus) is een stuk ruwe, verdikte huid op handen, voeten of ander plaatsen waar door druk of irritatie de huidcellen versneld gaan groeien. Eelt is meestal gevoelloos en beschermd de onderliggende huid, die vaak erg gevoelig is.
De enkel is het gewricht tussen het onderbeen en de achtervoet en wordt ook wel bovenste spronggewricht genoemd. Het gewricht tussen de twee achtervoetsbeenderen, het sprongbeen (talus) en het hielbeen (calcaneus) wordt het onderste spronggewricht genoemd.
Een hielspoor is een uitgroeisel van botweefsel aan het hielbeen in de vorm van een kromme doorn. Een hielspoor bevindt zich vaak daar waar de peesplaat zijn aanhechting heeft op het hielbeen. Dit is met röntgenfoto’s aan te tonen. Indien er op de röntgenfoto geen afwijkingen te vinden zijn, dan is er eerder sprake van een irritatie of ontsteking van de peesplaat. De pijnplaats bij een hielspoor is vaak met één vinger aan te wijzen.
Het is een typische overbelastingsblessure, waarbij het peesblad, dat loopt van het hielbeen tot de tenen, onder een zeer sterke spanning staat en waarbij er kleine scheurtjes ontstaan omdat het peesblad bij elke landing van de voet sterk uitrekt. Door de sterke trekkracht kunnen er kleine scheurtjes ontstaan op de plaats waar het peesblad aan het hielbeen aanhecht.
Bij genezing van die aanhoudende beschadigingen, namelijk de ‘scheurtjes’, kan er een bot of kraakbeenspoor gevormd worden door het lichaam.
Dit is een reactie om de aanhechting van de pees aan het bot te verstevigen.
Fibromyalgie betekent letterlijk: pijn in bindweefsel en spieren. Fibromyalgie wordt ook wel weke delen reuma genoemd. Het komt vooral bij vrouwen voor. Fibromyalgie is een chronisch pijnsyndroom bestaande uit algemene spierpijn en spierstijfheid gepaard gaande met (soms extreme) vermoeidheid, slaapstoornissen, hoofdpijnen, angsten, depressies, allergieën, concentratie- en geheugenstoornissen, temperatuurverhogingen en darmklachten.
Artritis is een ontsteking van de gewrichten die veroorzaakt kan worden door reumatische aandoeningen (bijvoorbeeld reumatische artritis), verwondingen of bacteriële ontstekingen (septische artritis). De verschijnselen zijn hevige pijn bij drukking en beweging van het aangedane gewricht, koorts, roodheid van de huid. Er wordt ontstekingsvocht in plaats van gewrichtsvocht gevormd, waardoor de smering en de voeding van het gewrichtskraakbeen gestoord raakt. Artritis wordt onderscheiden van artrose: pijnlijke gewrichten door slijtage.
Artrose is een aandoening van de gewrichten, in het dagelijks leven ook wel slijtage genoemd. Gewrichten zorgen er voor dat je lichaam flexibel is, ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat je je armen en benen kunnen buigen en strekken. Een gewricht wordt meestal gevormd door twee botten. Om het uiteinde van dat bot heen ligt een gladde bekleding: het gewrichtskraakbeen.
Artrose is een aandoening waarbij het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit gaat en op den duur zelfs geheel kan verdwijnen. De bot uiteinden komen dan tegen elkaar. Hierdoor kunnen er ook problemen ontstaan met het onderliggende bot. Als reactie op de verminderde kraakbeen bescherming gaat het bot zijn dragende oppervlak vergroten om de druk op het gewricht te verminderen. Het gewricht kan daardoor uitsteeksels vormen (osteofyten), dikker worden en misvormd raken. Hierdoor worden bewegingen pijnlijk en je krijgt de neiging om het gewricht steeds minder te gaan bewegen. Dit veroorzaakt weer dat je stijf wordt en dat je spieren slapper worden.
De groeischijf (epifysairschijf) is de plaats waar lange beenderen (de beenderen van boven- en onderarm, sleutelbeen, dijbeen en onderbeen) van de mens langer worden.
Een exostose is een botuitsteeksel dat ontstaat als uitsteeksel van normale botten. Door druk op een bot kan ter plaatse van die druk het bot verdikken en een uitsteeksel (exostose) ontstaan.
Als door druk op het hielbeen aan de achterzijde bij de aanhechting van de achillespees zo’n uitsteeksel ontstaat wordt dat een Haglund exostose genoemd. Meestal is de oorzaak een verhoogde druk door schoenen.
Bij ouderen zien we heel vaak een hallux valgus. Een hallux valgus is het scheef groeien van de grote teen naar de kleine teen. Door de verschuiving van de grote teen kan de hele voet binnenwaarts kantelen.
Naast o.a. een erfelijke factor kan hallux valgus ook worden veroorzaakt door het dragen van hoge hakken of smalle spitse schoenen. Door de schuine stand van de grote teen ontstaat de kenmerkende knok: een bunion. Door het voortdurend wrijven van de schoen op dit beenachtige uitsteeksel ontstaat er roodheid, zwelling en warmte. Een eeltlaag wordt gevormd, waardoor de druk van de schoen weer toeneemt. Vaak wordt de slijmbeurs eronder geïrriteerd en stapelt er zich vocht in op. In sommige gevallen kan er door blijvende druk een wond ontstaan. Als er zwelling, roodheid, irritatie en pijn ontstaan, moet de druk zeker vermeden worden. Draag open schoenen of schoenen die geen druk geven.
Het ontstaan van hamertenen heeft waarschijnlijk te maken met het langdurig dragen van schoeisel met een foutieve pasvorm. Erfelijke factoren spelen mogelijk ook een rol. Ook kan een hamerteen ontstaan door o.a. de schuine stand van de grote teen of door een onevenwichtigheid in de werking van de teenspiertjes. Bij klauwtenen gaan beide gewrichtjes van de teen in buigstand. Hierdoor kunnen ‘zwevende’ tenen ontstaan.
Een hamstringblessure Is een overrekking of scheur van de hamstrings, een spiergroep aan de achterzijde van het bovenbeen. Meestal gebeurt dit bij het maken van een uitvalspas (tennis, squash), of het trekken van een sprintje. U voelt dan een plotse pijnscheut aan de achterzijde van het bovenbeen.
Een hielspoor is een ontsteking van de bindweefselband aan de onderkant van de voetzool. Het is een uitgroeisel van botweefsel aan het hielbeen (calcaneus) in de vorm van een kromme doorn. Een hielspoor bevindt zich vaak daar waar de peesplaat zijn aanhechting heeft op het hielbeen. Dit is met röntgenfoto’s aan te tonen.
Indien er op de röntgenfoto geen afwijkingen te vinden zijn, dan is er eerder sprake van een irritatie of ontsteking van de peesplaat. De pijnplaats bij een hielspoor is vaak met één vinger aan te wijzen.
De pijn in de hiel wordt veroorzaakt door een ontsteking in het peesblad (plantaire fascie) dat aan de onderzijde van de voet onder de huid zit.
Bij overrekking van dit peesblad kunnen er kleine scheurtjes ontstaan die een ontsteking veroorzaken. Wanneer u slaapt, heeft u uw enkels gestrekt (tenen naar beneden). Als u dan ’s morgens uit bed stapt en de eerste stappen doet, wordt de pees uitgerekt en veroorzaakt pijn in het gebied van de hiel.
De Strassburg Sok is uitermate geschikt voor hielspoor behandeling. U draagt de sok ’s nachts van de tenen tot over de kuit. De enkels bevinden zich zo in een hoek van 90 graden en de tenen staan licht omhoog i.p.v. naar beneden. Op deze manier krijgt de pees beter de kans om te genezen.
Een optimaal effect wordt bereikt in combinatie met steunzolen. Deze zorgen ervoor dat bij belasting van de voeten, het peesblad in neutrale stand wordt ontlast. De steunzolen hebben een uitsparing ter hoogte van de irritatie, welke wordt opgevuld met zacht, schokabsorberend materiaal (silicone).
Over een langere periode kan de voet versterken en de kans op herhaling van de klachten verminderen.
HMSN (ook ziekte van Charcot Marie Tooth genoemd) is een verzamelnaam voor een aantal erfelijke ziekten waarbij de zenuwen zijn aangetast. HMSN betekent: hereditaire motorische en sensorische neuropathie – een hereditaire (= erfelijke) aandoening van de zenuwen (= neuropathie) die signalen doorgeven van de (gevoels)zintuigen naar de hersenen (sensorisch) en van de hersenen naar de spieren (motorisch).Signalen naar de spieren maken bewegen mogelijk. Signalen van het lichaam naar de hersenen zorgen ervoor dat we voelen. Bij HMSN bereiken de signalen van het centrale zenuwstelsel de spieren niet meer of onvoldoende omdat de zenuwvezels zijn aangetast waardoor de kracht van de spieren afneemt. De spieren zelf worden minder gebruikt en daardoor dunner (atrofisch). Gevoelssignalen worden niet goed doorgegeven aan de hersenen waardoor afwijkingen in het gevoel ontstaan (bijvoorbeeld verminderd pijngevoel).
De eerste verschijnselen treden altijd op aan ledematen die het verst van de ruggengraat afliggen: tenen, voeten en onderbenen. De spierkracht neemt hier als eerste af. Het lopen kost meer moeite, men struikelt vaker en enkels verzwikken gemakkelijk. Kinderen kunnen niet goed huppelen, springen en hardlopen. Kenmerkend is een hanentred met hoog opgetrokken knie�n en wapperende voeten. Het is ook moeilijk om het evenwicht te bewaren als men stilstaat.
Doordat de voetspieren verslappen, kan de voet veranderen in een holvoet met een hoge wreef of soms ook een platvoet. De tenen kunnen samentrekken tot zogenaamde hamertenen of klauwtenen. Meestal gaat iemand met HMSN op de buitenkant van zijn voeten lopen. De onderbenen worden zichtbaar dunner (ooievaarsbenen).
Holvoeten zijn vaak erfelijk, maar het kan ook een secundair verschijnsel zijn bij een neurologische aandoening. Holvoeten zijn meestal niet manueel te corrigeren. Dit wordt vooral veroorzaakt door de verkorting van het peesblad dat onder de voet loopt (plantaire fascie). De holvoet kenmerkt zich door een stugge voet met hoge wreef, brede voorvoet, klauwtenen, naar buiten kantelen van de hiel. Ook kan overmatige eeltvorming ter hoogte van het midden van de bal van de voet een probleem vormen. Vaak hebben mensen met holvoeten klachten over instabiliteit: neiging tot zwikken.Als een kind holvoeten heeft is het zinvol om na te gaan of dit een aangeboren of een verworven probleem is. Bij kinderen kunnen holvoeten een eerste uiting van HMSN zijn. Bij HMSN bereiken de signalen van het centrale zenuwstelsel de spieren niet meer, of niet voldoende, omdat de zenuwvezels zijn aangetast waardoor de kracht van de spieren afneemt.
De spieren zelf zijn niet ziek maar worden dunner (atrofisch), doordat ze minder gebruikt worden. Ook worden gevoelssignalen niet goed doorgegeven aan de hersenen. Hierdoor kunnen afwijkingen in het gevoel ontstaan (bijvoorbeeld een verminderd pijngevoel). Holvoeten komen verder veel voor bij spina bifida (open ruggetje). De holvoet gaat vaak samen met naar buiten kanteling van de hiel. Dit kan weer leiden tot balansproblemen.
Hypermobiliteit , ook wel hyperlaxiteit of overbeweeglijkheid genoemd, is een (erfelijke) aanleg. Bij hypermobiliteit is er sprake van overbeweeglijke gewrichten doordat het ondersteunende weefsel (kapsels en banden) minder stevigheid biedt dan het behoort te doen.
Een ingegroeide teennagel komt meestal voor bij een grote teen. De binnen- of buitenrand van de nagel is dan in de huid gegroeid en heeft aanleiding gegeven tot irritatie, pijn of een ontsteking. Waarom zo’n teennagel ingroeit is niet met zekerheid bekend. Misschien ligt het aan het schoeisel (te nauw, te smal) of aan de bouw van de teen zelf (licht gekanteld, waardoor bij het lopen een nagelrand te veel in de huid drukt) of door het te kort inknippen van de nagel in de hoekjes.
Jicht is een gewrichtsontsteking. Bij jicht is het gewricht rood, gezwollen, warm en pijnlijk. Ook bewegen is erg pijnlijk. De ontsteking is heftig en komt meestal plotseling opzetten. Meestal zit jicht in de grote teen, soms in andere gewrichten van de voet, enkel, knie of pols.
Bij loopsporten, balsporten, springen maar ook bij fietsers (te zwaar verzet) is de springersknie een veel voorkomende blessure. Een jumpersknee ontstaat door overbelasting van de aanhechting van de strekpees van de knie (musculus quadriceps) aan de knieschijf. Meestal aan de onderzijde van de knieschijf, maar soms ook aan de bovenzijde. De oorzaak is in het algemeen overbelasting en soms een verkeerde techniek of onvoldoende schokdempend schoeisel. In het begin is er alleen een zeurende pijn bij aanvang en na afloop van het sporten. Bij doorsporten kan er continu pijn ontstaan die zelfs ook in rust aanwezig is.
Een schimmelnagel is een schimmelinfectie van één of meerder nagels van de voeten en/of handen. Men spreekt ook wel van “kalknagels”. Het is een ontsierende aandoening. De medische term voor een schimmelnagel is “onychomycose “(onycho = nagel; mycose = schimmel). Tot op de dag van vandaag weten echter maar weinig mensen dat die kalknagels bijna altijd het gevolg zijn van een schimmelinfectie. “Kalknagels” zijn dus vaak schimmelnagels.
Iemand met een gezonde huid en gezonde nagels, heeft meestal een prima afweer tegen schimmels. Schimmelinfecties ontstaan vooral in slecht groeiende nagels, in vochtige nagels en in beschadigde nagels. Onder die omstandigheden nemen de “sporen” van schimmels hun kans waar om zich verder te verspreiden.
Als één nagel wit of geel verkleurt, is er een schimmel actief. Als de infectie erger wordt en dus dieper in de nagel doordringt, verandert de kleur in geelbruin. De nagel is verdikt, hobbelig en brokkelig en laat soms geheel of gedeeltelijk los. Een schimmelinfectie kan zowel aan de nagels van de voeten als die van de handen optreden.
De aandoening op de voeten begint echter bijna altijd bij de grote teen. Als er geen behandeling plaatsvindt, gaat de schimmel verder op avontuur en worden ook de andere teennagels geel en aangetast. Vaak is er tegelijkertijd sprake van “zwemmerseczeem” : nog een term die eigenlijk het verkeerde suggereert. Ook bij zwemmerseczeem is er namelijk sprake van) een schimmel, die pijnlijke kloofjes tussen de tenen veroorzaakt.
Een klapvoet, ook dropvoet genoemd, treedt op als de voorvoet niet goed kan worden opgetild. De voet kan niet normaal worden afgewikkeld en ploft bij het neerzetten vaak hoorbaar op de grond. De klapvoet ontstaat door zwakte van de spieren die de voet opheffen. Deze spieren zorgen respectievelijk voor het heffen van de grote teen, de overige tenen en de gehele voet. De teenheffers helpen ook mee bij het heffen van de voet in de enkel.
Klauwtenen zijn tenen die krom staan en komen vaak voor bij holvoeten. Een klauwteen staat twee maal gekromd. Niet alleen werken de kleine spiertjes niet meer, maar ook het slijmvlies van het gewricht ontsteekt. De klachten bij hamer- en klauwtenen worden vooral veroorzaakt door de secundaire afwijkingen, bestaande uit likdoorns als gevolg van overmatige druk.
De benaming klompvoet geeft veelal verwarring, omdat dit niets met een klomp te maken heeft. De Engelse benaming “clubfoot” (club staat hier voor golfstok) is in dat opzicht een betere benaming. De echte klompvoet is een aangeboren afwijking waar niemand nog de oorzaak van weet. De afwijkingen bij de echte klompvoet beginnen al onder de knie. De spieren en pezen in de kuit zijn onderontwikkeld en verkort. De gewrichtskapsel, peesbladen en ligamenten in de voet zijn verdikt, en de botten van de enkel en voet kunnen van vorm veranderd zijn, met name het sprongbeen.
De voetafwijking bestaat meestal uit meerdere onderdelen:
- de equinus- of spitsstand: de voet staat naar beneden gekanteld
- de varusstand: de voet staat naar binnen gekanteld
- de adductiestand: de voorvoet wijst naar binnen, waardoor een kommavorm ontstaat.
- de achillespees is te kort.
In alle gevallen worden klompvoeten behandeld met “redressietechnieken”, dwz methoden om de voet geleidelijk aan in de goede stand te duwen, zonder te forceren. Dat gebeurt vaak met gips, maar kan met anti varus schoenen. Dit zijn schoenen met een correctie op 3 punten: de hiel en schacht zijn extra verstevigd en de schoen corrigeert de houding van de voet (gaat de adductiestand tegen).
Meestal ontstaat de likdoorn in een eeltknobbel als gevolg van langdurige plaatselijke wrijving en druk. De zeer gevoelige eeltknobbel groeit naar binnen. Deze naar binnen gegroeide ‘eeltpunt’ kan druk uitoefenen op zenuwuiteinden en kan pijn veroorzaken. Dit maakt de aandoening extra pijnlijk. De aanhoudende druk- en wrijvingskrachten leiden vervolgens tot het ontstaan van een slijmbeurs. Druk hierop doet de pijn eveneens toenemen. Likdoorns ontstaan door het dragen van verkeerd schoeisel, een verkeerde stand van de voet of de tenen of een combinatie van beiden. Likdoorns komen voor onder de bal van de voet, op een hamerteen, of op de knok bij een hallux valgus, onder de nagel of tussen de tenen.
Pijn onder de bal van de voet, ook wel metatarsalgie genoemd, wordt gekenmerkt door overmatige eeltvorming en een branderig gevoel onder de bal van de voet, vooral bij het dragen van (middel)hoge hakken. Maar metatarsalgie kan ook voorkomen bij normale schoenen.
Het probleem met (hoge) hakken is dat het lichaamsgewicht voornamelijk op voorvoet en middenvoetsbeentjes rust. De extra druk leidt tot het doorzakken van de middenvoetbeentjes (latijns : metatarsalia) en overmatige eeltvorming. Dit veroorzaakt pijn en vaak een branderige gevoel onder de bal van de voet.
Een mortonse neuralgie is een zenuwbeknelling tussen twee middenvoetsbeentjes. De beknelde zenuw raakt hierdoor geïrriteerd. Meestal betreft het de zenuw tussen het 3e en 4e middenvoetsbeentje, soms ook tussen het 2e en 3e middenvoetsbeentje. Wanneer de zenuw erg geïrriteerd is, kan deze opzwellen en komt knel te zitten tussen de middenvoetsbeentjes. Het probleem ontstaat vaak op deze plek omdat hier twee zenuwbanen samen komen.
De symptomen in de begin stadia van de klacht worden voornamelijk gekarakteriseerd door acute perioden van pijn in de voorvoet met uitstralende pijn naar de tenen. De pijn treedt bijna altijd plotseling op tijdens lopen/sporten en heeft het karakter van kramp of een snijdende pijn. Het uittrekken van de schoen en het masseren van de voet bezorgt de meest snelle verlichting van de klachten. Op den duur komen de pijnperioden steeds sneller en deze houden langer aan. De klachten verdwijnen niet meer zo snel door het uittrekken van de schoenen of massage. Op den duur kunnen zenuwverdikkingen (neuromen) zo dik worden dat het onmogelijk wordt om zonder pijn schoenen te dragen en wordt de pijn chronisch.
Onder necrose verstaat men het plaatselijk afsterven van weefsel door welke oorzaak dan ook, bijvoorbeeld door een verminderde bloedvoorziening. Dit laatste kan het gevolg zijn van slagaderverkalking of van een bloedstolsel (trombose). Het afgestorven weefsel kan droog of nat zijn. Ook is er een vorm van versterf waarbij gas in het weefsel ontstaat.
Suikerziekte, waarbij de bloedsomloop gestoord is door de verkalkingsprocessen die in de wand van een bloedvat optreden, is een veelvoorkomende oorzaak van weefselversterf, vooral aan de voeten.
Neuropathie is de term voor ziekten die de zenuwen betreffen. Het woord komt uit het Latijn en kan worden vertaald met zenuwziekte, ziekte van de zenuwen dus. Doordat de zenuwen niet optimaal meer de impulsen geleiden, kunnen er allerlei vreemde sensaties ontstaan, zoals doofheid, tintelingen, prikkelingen, bekneld gevoel en natuurlijk vervelende pijn.
Eén van de complicaties die kan optreden bij langer bestaande diabetes mellitus is neuropathie; dit is een aandoening van met name de gevoelszenuwen. In veel gevallen beperken de klachten zich tot die gebieden waar de langste zenuwvezels naar toe gaan, d.w.z. de voeten. Wanneer de neuropathie erger wordt, kunnen de klachten ook aan de onderbenen en aan de handen gaan optreden. Deze stoornis in de zenuwfunctie kan een aantal klachten veroorzaken, zoals tintelingen, doffe of brandende pijn en later soms spierkrachtverlies in armen en benen.
Er bestaat ook een vorm van neuropathie waarbij het onwillekeurige zenuwstelsel gestoord is. Dit kan zich uiten in lage bloeddruk bij rechtop gaan staan, en daardoor duizeligheidsklachten, snelle hartslag in rust en trage stoelgang of juist diarree.
Ouders zijn vaak ongerust over de beenstand van hun kind. Staan ze niet te krom, te veel naar binnen, naar buiten? Zoals u zult lezen verschilt de beenstand per leeftijdsfase. Als het kind begint te staan (rond 1-1,5 jaar) heeft het O-benen: dwz de afstand tussen de knieën is groter dan tussen de enkels. Rond het 2e jaar gaat dit snel over in X-benen. De mate van X-stand neemt dan in enkele jaren toe en rond de 5-7 jaar weer langzaam af. Aan het einde van de groei zijn de benen dan vrijwel recht geworden.
Maar wanneer zijn O-benen abnormaal? Als de O-stand van de benen asymmetrisch is d.w.z. dat een been meer O heeft dan het andere been is dat een reden om een (kinder)orthopedisch chirurg te laten kijken. Extreme O-benen die nog bestaan na het 2-3e levensjaar geven redenen om verder onderzoek te doen. Vaak kan dan een röntgenfoto verdere aanwijzingen geven. Het gaat dan om een hele reeks aan zeldzame afwijkingen, b.v. rachitis (engelse ziekte, een vitamine D gebrek), stofwisselingsstoornissen of skeletdysplasieën.
Een open been of ulcus cruris is een open plek of zweer aan het onderbeen. Zo’n plek zit meestal aan de binnenkant bij de enkel of het onderbeen en geneest langzaam. De zweer doet meestal geen pijn, maar kan wel stinken en veel vocht afgeven. Voordat de open plek ontstaat, zijn er meestal al langdurig afwijkingen in de omgeving aanwezig, zoals vochtophopingen om de enkels (oedeem), spataderen en bruine verkleuringen.
Een open been wordt meestal veroorzaakt door een langdurige stoornis in de bloedvaten (aders). De aders zorgen voor de afvoer van bloed uit het been.
Het bloed dat door het hart het lichaam wordt ingepompt, brengt zuurstof en voedingstoffen naar de weefsels en wordt aangevoerd door de slagaders. Op de terugweg naar het hart neemt het bloed afvalstoffen mee uit de weefsels. De afvoer gaat door de aders. De terugweg vanuit de voeten en de onderbenen gaat tegen de zwaartekracht in. Het bloed wordt daarbij geholpen door kleppen in de aders en de zogenoemde spierpomp in de benen.
Wanneer we lopen, trekken de kuitspieren zich samen: ze worden korter en dikker. De aders worden daardoor platgedrukt en leeggeknepen. Dankzij kleppen in de aders stroomt het bloed dan omhoog, maar kan het niet omlaag.
Als die kleppen niet goed werken, kan het bloed terug omlaag vloeien. Soms is de spierpomp niet sterk genoeg, waardoor er onvoldoende kracht is om het bloed tegen de zwaartekracht in omhoog te pompen. Wanneer deze samenwerking van spieren, aders en kleppen tekort schiet voor het afvoeren van het bloed, spreken we van veneuze insufficiëntie. Deze aandoening is bijna altijd chronisch.
Osteofyten zijn botuitsteeksels, die vaak bij artrose ontstaan aan de randen van gewrichtsvlakken. Osteofyten hebben als ongunstig effect dat de beweeglijkheid van het gewricht kan worden beperkt. Bij osteofyten aan de gewrichtsvlakken tussen de wervels kunnen zenuwbundels bekneld raken en zo pijn, gevoelsstoornissen of krachtsverlies veroorzaken.
Botten hebben kalk (calcium) nodig om sterk en stevig te blijven. Bij osteoporose verliezen de botten ‘botmassa’ (kalk en andere mineralen) en structuur (verlies van botbalkjes) met als gevolg dat ze broos worden. De ziekte openbaart zich vaak door een gebroken heup of pols, of een breuk of inzakking van de wervelkolom, na een niet eens zo ernstige val. Polsbreuken komen meestal voor bij vrouwen tussen de 50 en 60 jaar. Oudere mensen breken eerder hun heup. Gezonde botten breken niet zomaar door stoten of vallen. Als de botten in uw wervelkolom verzwakken, kunnen de wervels inzakken. Met als gevolg, dat u kleiner wordt. Zijn er meerdere wervels ingezakt, dan wordt uw rug meestal steeds krommer. Dat kan een nogal pijnlijk proces zijn. Velen houden hier een chronische rugpijn aan over. Maar er zijn ook mensen die alleen maar merken dat ze wat kleiner en krommer worden en verder nauwelijks of geen pijn hebben.
Holvoeten zijn vaak erfelijk, maar het kan ook een secundair verschijnsel zijn bij een neurologische aandoening. Holvoeten zijn meestal niet manueel te corrigeren. Dit wordt vooral veroorzaakt door de verkorting van het peesblad dat onder de voet loopt (plantaire fascie). De holvoet kenmerkt zich door een stugge voet met hoge wreef, brede voorvoet, klauwtenen, naar buiten kantelen van de hiel. Ook kan overmatige eeltvorming ter hoogte van het midden van de bal van de voet een probleem vormen. Vaak hebben mensen met holvoeten klachten over instabiliteit: neiging tot zwikken.
Een spitsvoet is een voet die naar beneden wijst. De voet heeft altijd de stand alsof u op uw tenen loopt. De oorzaak is soms een zenuw- of spierziekte waarbij de kuitspier zich te veel spant. Daardoor trekt deze spier de voet omlaag. Het kan ook zijn dat de pees in de enkel te kort is. Maar meestal krijgt iemand een spitsvoet doordat hij of zij lange tijd in bed ligt. Bijvoorbeeld na een ongeluk of bij een ziekte. Vooral als de dekens stijf ingestopt zijn of zwaar op uw voeten drukken, kunt u een spitsvoet krijgen. U kunt dit voorkomen door een kussen of opgerold laken onder uw benen te leggen. Als u zich kunt bewegen, kunt u zelf voetoefeningen doen.
De benaming pes equino varus (klompvoet) geeft veelal verwarring, omdat dit niets met een klomp te maken heeft. De Engelse benaming “clubfoot” (club staat hier voor golfstok) is in dat opzicht een betere benaming. De echte klompvoet is een aangeboren afwijking waarvan de oorzaak vaak onbekend is. De afwijkingen bij de echte klompvoet beginnen al onder de knie. De spieren en pezen in de kuit zijn onderontwikkeld en verkort. De gewrichtskapsel, peesbladen en ligamenten in de voet zijn verdikt, en de botten van de enkel en voet kunnen van vorm veranderd zijn, met name het sprongbeen.
De voetafwijking bestaat meestal uit meerdere onderdelen:
- de equinus- of spitsstand: de voet staat naar beneden gekanteld
- de varusstand: de voet staat naar binnen gekanteld
- de adductiestand: de voorvoet wijst naar binnen, waardoor een kommavorm ontstaat.
- de achillespees is te kort.
In alle gevallen worden klompvoeten behandeld met “redressietechnieken”, dwz methoden om de voet geleidelijk aan in de goede stand te duwen, zonder te forceren. Dat gebeurt vaak met gips, maar kan met anti varus schoenen. Dit zijn schoenen met een correctie op 3 punten: de hiel en schacht zijn extra verstevigd en de schoen corrigeert de houding van de voet (gaat de adductiestand tegen).
De spreidvoet of doorgezakte voet kenmerkt zich door het doorzakken van het dwarsgewelf met als gevolg dat de tenen gespreid zijn en het verzwakken van één of meerdere middenvoetbeentjes. De klachten zijn: pijn onder de bal van de voet, scherpe pijn boven op de voorvoet (met name tussen de kopjes van de middenvoetsbeentjes), eeltvorming en likdoorns onder de bal van de voet.
Een spreidvoet kan resulteren in hallux valgus bij het dragen van slecht, nauw of hooggehakt schoeisel. Ook kan het resulteren in de zenuwbeknelling mortonse neuralgie. Belangrijk is bij een spreidvoet goed schoeisel te dragen met voldoende ruimte.
Platvoeten, oftewel pes planus, is afwijking aan de voet. Platvoeten zijn een veelvoorkomende afwijking die veel pijn, zwelling en vermoeidheid in de voet kunnen veroorzaken. Net als bij de meeste voetafwijkingen kan dit ook resulteren in klachten over de knieën, heupen en rug.
Als iemand rechtop staat, zijn de tenen, de bal, de buitenkant van de voet en de hiel in contact met de grond. Dit is te zien aan de afdruk van een blote voet. Een normale voet heeft een voetboog aan de binnenzijde (als de voet op de grond rust) en is vrijwel plat aan de buitenzijde. Bij platvoeten is de voetboog zodanig verzakt dat de voetboog gedeeltelijk of geheel op de grond rust.
Er bestaan twee soorten platvoeten: de soepele en de stijve platvoet.
Het meest voorkomende type platvoet is de soepele platvoet, hierbij zakken de voeten bij staan door maar bij het op de tenen staan is er wel een mooie voetboog door het goed aanspannen van alle spieren. Het meer of minder doorgezakt zijn van de voet wordt onder meer bepaald door de onderlinge grootte van de botjes in de voet en de basisspanning van de spieren. Hierin is bij mensen een grote variatie zonder dat dit afwijkend hoeft te zijn.
Bij de stijve platvoet houdt de voet bij het op de tenen staan hetzelfde platte model. Bij deze laatste groep is er vaak een aangeboren anatomische afwijking, bijvoorbeeld gewrichten die uit de kom zijn of sommige botjes in de voet zijn met elkaar vergroeid. Platvoeten kunnen ook het gevolg zijn van een verkeerde stand van de benen, van letsel aan de voeten door sporten of andere activiteiten waarbij de voeten zwaar worden belast.
Een platvoet kenmerkt zich door een doorgezakt lengtegewelf. Dit gaat vaak gepaard met een binnen gekantelde hiel (knikvoet). Tot circa zesjarige leeftijd is er vaak sprake van een platvoet (geeft meer stabiliteit tijdens het leren lopen). Rond de leeftijd van zes jaar verdwijnt de platvoet vaak spontaan. Klachten die bij platvoeten kunnen optreden: vermoeidheid met een kortere loopafstand dan voor de leeftijd normaal is en pijn in de voeten.
Polio – de volledige naam luidt: poliomyelitis anterior acuta – is een infectie die wordt veroorzaakt door een virus. De ziekte verloopt doorgaans zonder symptomen of in de vorm van lichte, griepachtige verschijnselen. In een klein aantal gevallen tast het virus bepaalde cellen in het ruggenmerg aan waardoor verlammingsverschijnselen optreden. Een deel van de getroffenen herstelt volledig. Bij anderen blijven meer of minder ernstige restverschijnselen bestaan. Polio wordt ook wel kinderverlamming genoemd al worden tegenwoordig ook volwassenen getroffen.
Wat is het postpolio syndroom?
Bij veel mensen die jaren geleden polio hebben gehad, doen zich ziekteverschijnselen voor die we het postpolio syndroom noemen (post = na, syndroom = complex van verschijnselen), afgekort PPS.
Een deel van de mensen die ooit polio kregen, blijkt vijftien tot veertig jaar na de oorspronkelijke acute ziekte last te krijgen van nieuwe verschijnselen, zoals:
- vermindering van spierkracht, soms ook in voorheen normaal functionerende spieren; vermindering van uithoudingsvermogen;
- ongewone en snelle vermoeidheid;
- spier- en/of gewrichtspijn;
- slecht verdragen van kou;
- in een enkel geval ademhalings- en slikproblemen.
Deze klachten worden veroorzaakt doordat zenuwtakjes die na de polio werden gevormd en de verbinding van de spiervezels met het ruggenmerg gedeeltelijk herstelden, geleidelijk aan hun functie verliezen.
Chronische overbelasting blijkt een belangrijke factor te zijn bij het postpolio syndroom.
Een neuropathie is een aandoening van de zenuwen van de armen en benen, de ‘bedrading’. Polyneuropathie wil zeggen dat op meerdere plaatsen in het lichaam de zenuwen aangedaan zijn. De spieren en het gevoel kunnen hierdoor niet meer naar behoren functioneren. Bij een polyneuropathie is er een stoornis met name bij de uiteinden van de zenuwen en kunnen óf alleen de sensorische (gevoels)zenuwen, óf alleen de motorische (bewegings)zenuwen, of beide zijn aangedaan. De sensorische zenuwen koppelen gevoelsinformatie terug naar het centrale zenuwstelsel, waardoor wij kunnen voelen. De motorische zenuwen geven signalen door aan de spieren waardoor wij ons kunnen bewegen. De klachten die ontstaan door een polyneuropathie kunnen dus zowel sensorisch als motorisch zijn.
Klachten van het sensorisch systeem bij polyneuropathie zijn: doof gevoel, prikkelingen, tintelingen, veranderd gevoel, pijn, evenwichtsstoornissen. Klachten van het motorisch systeem zijn: kramp, dunner worden van spieren en zwakte.
Polyneuropathieën die veroorzaakt worden door problemen in de stofwisseling. De polyneuropathie is dan secundair. Voorbeelden zijn diabetes mellitus (suikerziekte), ziekten van de schildklier en van de nieren.
Posttraumatische dystrofie (PD) is een complicatie die na een letsel of een operatie aan een ledemaat, arm of been, ontstaat. De ernst ervan staat los van de ernst van het letsel. Zo kan een klein letsel, bijvoorbeeld een kneuzing van de hand, een ernstige vorm van PD geven. Een zwaar letsel, zoals een gecompliceerde enkelbreuk, kan in lichte mate PD tot gevolg hebben.
PD is een van de belangrijkste oorzaken van functieverlies en invaliditeit na ongevallen of operaties aan een ledemaat. Alle weefsels en alle functies van een arm of been kunnen door PD worden aangetast. Er kan ernstige invaliditeit en moeilijk te behandelen pijn optreden. De patiënt kan in een maatschappelijk en sociaal isolement terecht komen.
Vierhoofdige dijbeenspier (musculus quadriceps femoris).
Fibromyalgie (reuma van de weke delen) betekent letterlijk: pijn in bindweefsel en spieren. Fibromyalgie wordt ook wel weke delen reuma genoemd. Het komt vooral bij vrouwen voor. Fibromyalgie is een chronisch pijnsyndroom bestaande uit algemene spierpijn en spierstijfheid gepaard gaande met (soms extreme) vermoeidheid, slaapstoornissen, hoofdpijnen, angsten, depressies, allergieën, concentratie- en geheugenstoornissen, temperatuurverhogingen en darmklachten.
Reumatoide Arthritis is een ziekte die voornamelijk de gewrichten aantast. Het gewrichtskapsel raakt ontstoken, zwelt op en gaat ontstekingsvocht produceren. Vooral in knieën, enkels en polsen. Geleidelijk kan ook het kraakbeen en/of de botten worden aangetast.
Op röntgenfoto’s kan worden vastgesteld dat na verloop van tijd het bot steeds dunner wordt en zelfs dat er stukjes uit het bot verdwijnen (het zogenaamde erosie effect). De ontstekingen bij patiënten met Reumatoïde Artritis zijn meestal chronisch. De periode van ontstekingen verschilt altijd, het kan lange periode aanhouden en kan ineens verdwijnen of opkomen.
In eerste instantie merkt een patiënt pijn en zwellingen in handen en/of voeten. Vaak breiden de klachten zich langzaam uit en zijn gewrichten voor een langere periode ontstoken. Er treedt een karakteristieke stijfheid in de gewrichten op, die na inactiviteit sterker is. Dit veroorzaakt ook ochtendstijfheid.
Reuma is de verzamelnaam voor ziekten van het bewegingsapparaat. Afhankelijk van de mate waarin iemand aan een bepaalde ziekte lijdt, zijn reumatische aandoeningen pijnlijk en soms erg beperkend voor het dagelijks functioneren. Reumatoide Artritis (RA) is een zeer pijnlijke vorm van reuma die wordt gekenmerkt door ontstekingen in de gewrichten. Vooral de gewrichten van de handen en voeten, de knieën, de polsen en de enkels zijn vaak aangedaan.
De ontstekingen ontstaan door een fout in het afweersysteem. Het afweersysteem reageert normaal gesproken op schadelijke indringers (zoals bijvoorbeeld bacteriën) met een ontsteking; het lichaam tracht hiermee de indringer onschadelijk te maken. Bij mensen met RA valt het immuunsysteem eigen lichaamscellen aan; in dit geval de gewrichten. RA wordt dan ook wel een zogenaamde auto-immuunziekte genoemd.
Door de voortschrijdende ontstekingen verandert het gewricht, de ruimte tussen op elkaar passende gewrichtsdelen wordt kleiner en kan uiteindelijk volledig verdwijnen. Hierdoor treedt er schade op in de gewrichten waardoor vergroeiingen kunnen ontstaan. Uiteindelijk kunnen de gewrichten hun natuurlijke beweging niet meer maken en nemen zij vaak een vreemde stand aan die niet meer gecorrigeerd kan worden.
Rugklachten kunnen optreden als gevolg van een afwijkende voetstand.
Runners knee is een frequente overbelastingsblessure bij hardlopers. De pijnplek zit aan de buitenkant van de knie. Het betreft een ontstoken slijmbeurs tussen de peesplaat die van de heup naar het onderbeen loopt. Door schuren over de buitenzijde van de knie ontstaat een ontsteking. De oorzaken zijn veelvuldig, zoals onder meer te snelle trainingsopbouw, verkeerde loopschoenen, lopen op oneffen terrein en o-benen. De behandeling bestaat meestal uit trainingsadvies, schoenanalyse, rek- en strekoefeningen, koelen, ontstekingsremmers, eventueel een infiltratie met ontstekingsremmers.
Een schimmelnagel is een schimmelinfectie van één of meerder nagels van de voeten en/of handen. Men spreekt ook wel van “kalknagels”. Het is een ontsierende aandoening. De medische term voor een schimmelnagel is “onychomycose “(onycho = nagel; mycose = schimmel). Tot op de dag van vandaag weten echter maar weinig mensen dat die kalknagels bijna altijd het gevolg zijn van een schimmelinfectie. “Kalknagels” zijn dus vaak schimmelnagels.
Iemand met een gezonde huid en gezonde nagels, heeft meestal een prima afweer tegen schimmels. Schimmelinfecties ontstaan vooral in slecht groeiende nagels, in vochtige nagels en in beschadigde nagels. Onder die omstandigheden nemen de “sporen” van schimmels hun kans waar om zich verder te verspreiden.
Als één nagel wit of geel verkleurt, is er een schimmel actief. Als de infectie erger wordt en dus dieper in de nagel doordringt, verandert de kleur in geelbruin. De nagel is verdikt, hobbelig en brokkelig en laat soms geheel of gedeeltelijk los. Een schimmelinfectie kan zowel aan de nagels van de voeten als die van de handen optreden.
De aandoening op de voeten begint echter bijna altijd bij de grote teen. Als er geen behandeling plaatsvindt, gaat de schimmel verder op avontuur en worden ook de andere teennagels geel en aangetast. Vaak is er tegelijkertijd sprake van “zwemmerseczeem” : nog een term die eigenlijk het verkeerde suggereert. Ook bij zwemmerseczeem is er namelijk sprake van) een schimmel, die pijnlijke kloofjes tussen de tenen veroorzaakt.
Dat is een Engelse naam voor ‘scheenbeenirritatie’. Shin splints is een verzamelnaam voor alle blessures veroorzaakt door overbelasting die zich over het algemeen in het onderste tweederde gedeelte van het vooronderbeen bevinden. Dat is zo’n 8 centimeter boven de binnenenkel tegen het scheenbeen aan. Je voelt dat het beste als je de voet omhoog beweegt. Deze vorm van shin splints ontstaat, doordat er bij voortduring met grote kracht aan de spier getrokken wordt, die zich op die plaats aan het scheenbeen vasthecht (achterste scheenbeenspier). Die spier zit ook vast aan de voetboog. Als de voetboog tijdens het hardlopen afplat, dan komt er grote kracht te staan op die plaats waar die spier vasthecht aan het scheenbeen. Die plek kan zeer pijnlijk zijn. Het kan zelfs zo erg worden, dat die ontstoken raakt.
De oorzaak van shin splints is altijd overbelasting. De aanleiding kan zijn, dat de hardloper overproneert (het teveel naar binnenzwikken van de voet tijdens de landing van de voet op de grond). Of dat de voetboog te slecht gesteund wordt. Of dat er verschil in kracht is tussen de kuitspieren en de spieren aan de voorkant van het onderbeen (disbalans).
Spataderen (varices) zijn afwijkingen die veelvuldig voorkomen, meer bij vrouwen dan bij mannen. Men kan met recht spreken van een volksziekte. Onder spataderen wordt hier verstaan iedere abnormale verwijding van een ader.
In het algemeen wordt pas over spataderen gesproken wanneer aan de benen duidelijk zichtbare blauwe en verdikte of voelbare, wat kronkelig verlopende aderen aanwezig zijn. Al naar gelang de vorm en de grootte van deze abnormale aderen kunnen verschillende typen onderscheiden worden. In de loop van het leven krijgen steeds meer mensen in meer of mindere mate last van spataderen.
Aderen zijn die bloedvaten die zorgen voor de terugstroom van het bloed naar het hart.
Daarnaast kent men slagaderen; zij vervoeren het bloed van het hart naar de weefsels. Spataderen komen meestal aan de benen voor, maar in principe kunnen zij ook elders in het lichaam ontstaan (bijvoorbeeld aambeien bij de anus).
In veel gevallen zullen er helemaal geen klachten bestaan. Wel zullen veel mensen de aanwezigheid van spataderen als storend of lelijk ervaren.
Als de spataderen klachten geven, is dat meestal in de vorm van een moe, loom en zwaar gevoel in de benen. Soms ook trillingen in de benen. Men kan de benen dan niet goed stil houden in bed (“restless legs”) of men heeft het gevoel dat er iets over de benen kruipt.
Spataderen (varices) zijn afwijkingen die veelvuldig voorkomen, meer bij vrouwen dan bij mannen. Men kan met recht spreken van een volksziekte. Onder spataderen wordt hier verstaan iedere abnormale verwijding van een ader.
In het algemeen wordt pas over spataderen gesproken wanneer aan de benen duidelijk zichtbare blauwe en verdikte of voelbare, wat kronkelig verlopende aderen aanwezig zijn. Al naar gelang de vorm en de grootte van deze abnormale aderen kunnen verschillende typen onderscheiden worden. In de loop van het leven krijgen steeds meer mensen in meer of mindere mate last van spataderen.
Aderen zijn die bloedvaten die zorgen voor de terugstroom van het bloed naar het hart.
Daarnaast kent men slagaderen; zij vervoeren het bloed van het hart naar de weefsels. Spataderen komen meestal aan de benen voor, maar in principe kunnen zij ook elders in het lichaam ontstaan (bijvoorbeeld aambeien bij de anus).
In veel gevallen zullen er helemaal geen klachten bestaan. Wel zullen veel mensen de aanwezigheid van spataderen als storend of lelijk ervaren.
Als de spataderen klachten geven, is dat meestal in de vorm van een moe, loom en zwaar gevoel in de benen. Soms ook trillingen in de benen. Men kan de benen dan niet goed stil houden in bed (“restless legs”) of men heeft het gevoel dat er iets over de benen kruipt.
Een spitsvoet is een voet die naar beneden wijst. De voet heeft altijd de stand alsof u op uw tenen loopt. De oorzaak is soms een zenuw- of spierziekte waarbij de kuitspier zich te veel spant. Daardoor trekt deze spier de voet omlaag. Het kan ook zijn dat de pees in de enkel te kort is. Maar meestal krijgt iemand een spitsvoet doordat hij of zij lange tijd in bed ligt. Bijvoorbeeld na een ongeluk of bij een ziekte. Vooral als de dekens stijf ingestopt zijn of zwaar op uw voeten drukken, kunt u een spitsvoet krijgen. U kunt dit voorkomen door een kussen of opgerold laken onder uw benen te leggen. Als u zich kunt bewegen, kunt u zelf voetoefeningen doen.
Jumpersknee
Bij loopsporten, balsporten, springen maar ook bij fietsers (te zwaar verzet) is de springersknie een veel voorkomende blessure. Een jumpersknee ontstaat door overbelasting van de aanhechting van de strekpees van de knie (musculus quadriceps) aan de knieschijf. Meestal aan de onderzijde van de knieschijf, maar soms ook aan de bovenzijde. De oorzaak is in het algemeen overbelasting en soms een verkeerde techniek of onvoldoende schokdempend schoeisel. In het begin is er alleen een zeurende pijn bij aanvang en na afloop van het sporten. Bij doorsporten kan er continu pijn ontstaan die zelfs ook in rust aanwezig is.
Runnersknee
Runners knee is een frequente overbelastingsblessure bij hardlopers. De pijnplek zit aan de buitenkant van de knie. Het betreft een ontstoken slijmbeurs tussen de peesplaat die van de heup naar het onderbeen loopt. Door schuren over de buitenzijde van de knie ontstaat een ontsteking. De oorzaken zijn veelvuldig, zoals onder meer te snelle trainingsopbouw, verkeerde loopschoenen, lopen op oneffen terrein en o-benen. De behandeling bestaat meestal uit trainingsadvies, schoenanalyse, rek- en strekoefeningen, koelen, ontstekingsremmers, eventueel een infiltratie met ontstekingsremmers.
Voorste kruisbandblessures
De voorste kruisband is een band die uit meerdere vezels bestaat met een speciaal verloop. De kruisband bevindt zich in het centrum van de knie (samen met de achterste kruisband). De band loopt vanaf de voorzijde van het onderbeen naar de achterzijde van het bovenbeen. Bij een verdraaiing van de knie, zoals bij voetballers en skiërs vaak voorkomt, kan de voorste kruisband verscheuren. Soms scheuren ook de andere banden en de meniscus. Dit is een ernstig letsel, want daardoor kan de knie instabiel worden. Dat wil zeggen dat u bij onverwachte bewegingen, zoals verstappen of springen of van richting veranderen, door uw knie kunt gaan.
Hamstring blessures
Een hamstringblessure Is een overrekking of scheur van de hamstrings, een spiergroep aan de achterzijde van het bovenbeen. Meestal gebeurt dit bij het maken van een uitvalspas (tennis, squash), of het trekken van een sprintje. U voelt dan een plotse pijnscheut aan de achterzijde van het bovenbeen.
De spreidvoet of doorgezakte voet kenmerkt zich door het doorzakken van het dwarsgewelf met als gevolg dat de tenen gespreid zijn en het verzwakken van één of meerdere middenvoetbeentjes. De klachten zijn: pijn onder de bal van de voet, scherpe pijn boven op de voorvoet (met name tussen de kopjes van de middenvoetsbeentjes), eeltvorming en likdoorns onder de bal van de voet.
Een spreidvoet kan resulteren in hallux valgus bij het dragen van slecht, nauw of hooggehakt schoeisel. Ook kan het resulteren in de zenuwbeknelling mortonse neuralgie. Belangrijk is bij een spreidvoet goed schoeisel te dragen met voldoende ruimte.
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een aandoening waarbij de bloedglucoseconcentratie in het bloed bij herhaling verhoogd is. De ziekte gaat gepaard met een absoluut of relatief tekort van het hormoon insuline dat in de alvleesklier wordt gemaakt.
Er bestaan verschillende vormen van diabetes mellitus:
Type 1 diabetes komt meestal op jongere leeftijd voor, maar kan zeer wel op oudere leeftijd ontstaan. Bij deze vorm van diabetes is er een ontstekingsproces in de alvleesklier gaande waardoor deze zelf geen insuline meer kan maken. Voor deze vorm van diabetes is insulinebehandeling noodzakelijk.
Type 2 diabetes begint vaker op oudere leeftijd en wordt daarom ook wel aangeduid met de term ouderdomsdiabetes. Hierbij bestaat er altijd een combinatie van een tekort aan insuline aanmaak en een verminderde gevoeligheid van de weefsels voor insuline.
Op lange termijn kunnen er specifieke diabetescomplicaties ontstaan, met meestal in het oog, de nieren en de zenuwen. De laatste complicaties dragen bij aan diabetische voetproblemen.
Omdat in de voeten zowel de zenuwen als de bloedvaten aangedaan kunnen zijn is het van groot belang de voeten goed te controleren. Controle van de voeten op wondjes etc. dient voornamelijk door de patiënt zelf te gebeuren. Deze kan dit doen door dagelijks de voeten te inspecteren op bijvoorbeeld wondjes en ingegroeide teennagels. Let ook op oneffenheden als steentjes in de schoenen. Loop vooral nooit op blote voeten, ook niet in huis. Het is eveneens van belang om extreme temperaturen te vermijden.
Een aangeboren verticale talus is een ernstige misvorming van de voetwortel. Kenmerken zijn o.a: een convexe voetzool (rocker bottom voet) en een achteruitstekende hiel. Behandeling bestaat uit gipsredressie, maar is zelden succesvol. In vrijwel alle gevallen is een uitgebreide chirurgische correctie noodzakelijk. De ingreep wordt bij voorkeur in het eerste levensjaar uitgevoerd.
Het tarsaal tunnel syndroom komt overeen met het meer bekende carpaal tunnel syndroom (bij de pols) en wordt veroorzaakt door beknelling van een zenuw: de nervus tibialis.
De nervus tibialis volgt een lange, kronkelige route, vanaf de rug via de achterkant van het been naar de enkel. Vlak boven de enkel draait de zenuw naar binnen naar de binnenenkel toe. Daar ligt de nervus tibialis, samen met een slagader, tussen 3 spiergroepen in. Dit alles wordt strak bij elkaar gehouden door een stevige band aan de binnenzijde van de enkel. De zenuw loopt als het ware door een tunnel; de tarsaal tunnel.
Doordat de zenuw omringd is door pezen van grote spieren, is het meestal één (of meerdere) van deze pezen die verdikt is en meer ruimte vraagt in de tarsale tunnel. Dit veroorzaakt druk of beknelling van de zenuw in de tarsale tunnel. De tarsale tunnel kan bij letsels van de enkel, maar ook door standsafwijkingen van de voet en enkel nauwer worden. Klachten die hierdoor ontstaan zijn tintelingen en soms een doof gevoel in de voet. De klachten treden vooral ’s avonds en ’s nachts op, voornamelijk na lang staan en hardlopen, terwijl er in de ochtenduren meestal weinig klachten zijn.
Een habituele tenenloper is een kind dat op de tenen loopt zonder dat hiervoor een afwijking in botten, gewrichten, spieren, pezen of zenuwgestel te vinden is. Dit fenomeen komt relatief veel voor. Er is geen oorzaak bekend. Wel komt dit fenomeen vaak bij meerdere familieleden voor.
Voor de behandeling van het op de tenen lopen kunnen kinderen worden verwezen naar de kinderfysiotherapeut voor rekoefeningen. Meestal verdwijnt het op de tenen lopen vanzelf als het kind groter en zwaarder wordt. Tenenlopen kan echter vele jaren duren. In de meest ernstige gevallen kan een structurele verkorting van de kuitspieren en de achillespezen optreden.
Trombose is een aandoening waarbij er bloedstolsels gevormd worden in de bloedvaten. Dit kan optreden in de slagaderen, dit zijn bloedvaten die van het hart afgaan, we spreken dan van arteriële trombose, waarbij bijvoorbeeld herseninfarct en hartinfarct kan ontstaan. Maar meestal ontstaat trombose in de aderen, de bloedvaten die naar het hart toegaan, en dan noemen we het veneuze trombose, hierbij is er sprake van een trombosebeen of van longembolie.
Bij een veneuze trombose begint de bloedprop als een kleine klont, die aan de wand van de ader vastzit. De klont wordt steeds groter en kan op een gegeven moment het hele bloedvat afsluiten. Vooral bloedproppen in de dieper gelegen aders van de benen kunnen door zo’n afsluiting problemen geven. Normaal gesproken wordt dit bloed door het steeds bewegen van de beenspieren naar boven gepompt, maar als je langdurig stil zit of ligt verdwijnt deze pompwerking. Het gebied van waaruit de ader het bloed wegvoert, meestal de kuit of de dij, wordt dan dik, warm en pijnlijk. Er ontstaat vochtophoping (oedeem). Ook in spataderen kan gemakkelijk een bloedstolsel ontstaan omdat de afvoer daar vrijwel stilstaat.
Een open been of ulcus cruris is een open plek of zweer aan het onderbeen. Zo’n plek zit meestal aan de binnenkant bij de enkel of het onderbeen en geneest langzaam. De zweer doet meestal geen pijn, maar kan wel stinken en veel vocht afgeven. Voordat de open plek ontstaat, zijn er meestal al langdurig afwijkingen in de omgeving aanwezig, zoals vochtophopingen om de enkels (oedeem), spataderen en bruine verkleuringen.
Een open been wordt meestal veroorzaakt door een langdurige stoornis in de bloedvaten (aders). De aders zorgen voor de afvoer van bloed uit het been.
Het bloed dat door het hart het lichaam wordt ingepompt, brengt zuurstof en voedingstoffen naar de weefsels en wordt aangevoerd door de slagaders. Op de terugweg naar het hart neemt het bloed afvalstoffen mee uit de weefsels. De afvoer gaat door de aders. De terugweg vanuit de voeten en de onderbenen gaat tegen de zwaartekracht in. Het bloed wordt daarbij geholpen door kleppen in de aders en de zogenoemde spierpomp in de benen.
Wanneer we lopen, trekken de kuitspieren zich samen: ze worden korter en dikker. De aders worden daardoor platgedrukt en leeggeknepen. Dankzij kleppen in de aders stroomt het bloed dan omhoog, maar kan het niet omlaag.
Als die kleppen niet goed werken, kan het bloed terug omlaag vloeien. Soms is de spierpomp niet sterk genoeg, waardoor er onvoldoende kracht is om het bloed tegen de zwaartekracht in omhoog te pompen. Wanneer deze samenwerking van spieren, aders en kleppen tekort schiet voor het afvoeren van het bloed, spreken we van veneuze insufficiëntie. Deze aandoening is bijna altijd chronisch.
Standsaanduiding: valgus naar binnen gedraaid
Standsaanduiding: varus naar buiten gedraaid
Spataderen (varices) zijn afwijkingen die veelvuldig voorkomen, meer bij vrouwen dan bij mannen. Men kan met recht spreken van een volksziekte. Onder spataderen wordt hier verstaan iedere abnormale verwijding van een ader.
In het algemeen wordt pas over spataderen gesproken wanneer aan de benen duidelijk zichtbare blauwe en verdikte of voelbare, wat kronkelig verlopende aderen aanwezig zijn. Al naar gelang de vorm en de grootte van deze abnormale aderen kunnen verschillende typen onderscheiden worden. In de loop van het leven krijgen steeds meer mensen in meer of mindere mate last van spataderen.
Aderen zijn die bloedvaten die zorgen voor de terugstroom van het bloed naar het hart.
Daarnaast kent men slagaderen; zij vervoeren het bloed van het hart naar de weefsels. Spataderen komen meestal aan de benen voor, maar in principe kunnen zij ook elders in het lichaam ontstaan (bijvoorbeeld aambeien bij de anus).
In veel gevallen zullen er helemaal geen klachten bestaan. Wel zullen veel mensen de aanwezigheid van spataderen als storend of lelijk ervaren.
Als de spataderen klachten geven, is dat meestal in de vorm van een moe, loom en zwaar gevoel in de benen. Soms ook trillingen in de benen. Men kan de benen dan niet goed stil houden in bed (“restless legs”) of men heeft het gevoel dat er iets over de benen kruipt
De voorste kruisband is een band die uit meerdere vezels bestaat met een speciaal verloop. De kruisband bevindt zich in het centrum van de knie (samen met de achterste kruisband). De band loopt vanaf de voorzijde van het onderbeen naar de achterzijde van het bovenbeen. Bij een verdraaiing van de knie, zoals bij voetballers en skiërs vaak voorkomt, kan de voorste kruisband verscheuren. Soms scheuren ook de andere banden en de meniscus. Dit is een ernstig letsel, want daardoor kan de knie instabiel worden. Dat wil zeggen dat u bij onverwachte bewegingen, zoals verstappen of springen of van richting veranderen, door uw knie kunt gaan
Wintertenen ontstaan door een abnormale reactie van de kleine bloedvaten in de huid bij blootstelling aan kou.
De normale reactie bij blootstelling aan een koude omgeving is dat de oppervlakkige kleine vaten minder bloed doorlaten, zodat er minder bloed naar de huid gaat. De kerntemperatuur van het lichaam blijft daardoor op peil, de temperatuur van de huid daalt. Als de huidtemperatuur te laag wordt, treedt een beschermingsmechanisme in werking, de vaatjes worden juist opengezet en de huid warmt snel op, wordt rood en warm, gaat gloeien.
Bij wintertenen reageren de vaatjes anders. In de wat grotere vaten (arteriolen) in de diepere gedeelten van de huid treedt na blootstelling aan kou een langdurige en aanhoudend dichtknijpen van de vaatjes op, die niet automatisch gevolgd wordt door de vaatverwijding. De kleine haarvaten in de oppervlakkige lagen van de huid gaan wel maximaal openstaan, in een poging om de afsluiting in de diepte op te vangen. Het gevolg daarvan is rode, gloeiende, vaak jeukende of branderige plekken op de aan kou blootgestelde plekken, vooral de vingers, handen, tenen, voeten, hielen, en onderbenen. Het kan ook voorkomen aan de dijen, neuspunt, en de oorranden. Een enkele keer kunnen blaren of wonden ontstaan in de aangedane gebieden. Meestal gaan de plekken vanzelf weer over binnen een week, maximaal 3 weken.
De oorzaak van dit abnormale reactiepatroon is niet bekend. Deels speelt een erfelijke aanleg mee, want het komt in families voor.
Behandeling is moeizaam, het beste is om blootstelling aan kou te voorkomen. Draag dikke sokken en warme, ruime, goed isolerende schoenen, handschoenen, en andere beschermende kleding. Zorg dat sokken en schoenen droog blijven. Draag geen te nauwe of knellende schoenen. Zorg ook in huis voor een warme omgeving. Mijd extreme kou, met name temperatuurswisselingen voorkomen.
Een wrat is een hard, ruw knobbeltje op de huid, veroorzaakt door besmetting met bepaalde virussen en gemakkelijk wordt overgebracht. Wratten kunnen overal op de huid verschijnen, maar komen het meest voor op de handen en voeten.
Voetwratten zitten meestal op de hiel of de bal van de voet. Ze hebben een wat gespikkeld uiterlijk, zijn huidkleurig of bruin verkleurd en het oppervlak is ruw. Dat heeft te maken met de kleine adertjes of haarvaatjes die de wrat van bloed voorzien. Daarom kan een wrat dan ook bloeden als het oppervlak er af wordt geschaafd of wordt weggesneden.
Wanneer men staat of loopt, wordt er constant druk uitgeoefend op voetwratten, zodat voetwratten doorgaans plat zijn. Dit in tegenstelling tot wratten elders op het lichaam: die zijn meestal grillig (bloemkoolachtig) van vorm en kunnen dikker worden. Een ander kenmerk van voetwratten is dat ze vaak pijn doen. Ook dit is een gevolg van de constante druk tijdens staan en lopen.
Ouders zijn vaak ongerust over de beenstand van hun kind. Staan ze niet te krom, te veel naar binnen, naar buiten? Zoals u zult lezen verschilt de beenstand per leeftijdsfase. Als het kind begint te staan (rond 1-1,5 jaar) heeft het O-benen: dwz de afstand tussen de knieën is groter dan tussen de enkels. Rond het 2e jaar gaat dit snel over in X-benen. De mate van X-stand neemt dan in enkele jaren toe en rond de 5-7 jaar weer langzaam af. Aan het einde van de groei zijn de benen dan vrijwel recht geworden.
Maar wanneer zijn X-benen abnormaal? Als de X-stand eenzijdig is: als het ene been meer X heeft dan het andere been is dat een reden om een (kinder)orthopedisch chirurg te laten kijken. Wanneer X-benen symmetrisch zijn, dan is het moeilijk aan te geven hoe groot de X-stand moet zijn om als echt ziekelijk beschouwd te worden. Over het algemeen gezegd is de kans dat de X-stand berust op een ziekte alleen dan aanwezig is als de X-stand extreem is of gepaard gaat met pijnklachten. Meestal kan dan een röntgenfoto verdere aanwijzingen geven. Als dan een afwijking gevonden wordt betreft het vaak zeldzame ziektebeelden zoals stofwisselingsstoornissen of skeletdysplasieën.
Kinderen lopen vaak met de voeten naar binnen gedraaid. Als de X-stand van de benen asymmetrisch is: als het ene been meer X heeft dan het andere been is dat een reden om een (kinder)orthopedisch chirurg te laten kijken. Wanneer X-benen symmetrisch zijn, dan is het moeilijk aan te geven hoe groot de X-stand moet zijn om als echt ziekelijk beschouwd te worden. Over het algemeen is de kans dat de X-stand berust op een ziekte alleen dan aanwezig is als de X-stand extreem is of gepaard gaat met pijnklachten. Meestal kan dan een röntgenfoto verdere aanwijzingen geven
Een mortonse neuralgie is een zenuwbeknelling tussen twee middenvoetsbeentjes. De beknelde zenuw raakt hierdoor geïrriteerd. Meestal betreft het de zenuw tussen het 3e en 4e middenvoetsbeentje, soms ook tussen het 2e en 3e middenvoetsbeentje. Wanneer de zenuw erg geïrriteerd is, kan deze opzwellen en komt knel te zitten tussen de middenvoetsbeentjes. Het probleem ontstaat vaak op deze plek omdat hier twee zenuwbanen samen komen.
De symptomen in de begin stadia van de klacht worden voornamelijk gekarakteriseerd door acute perioden van pijn in de voorvoet met uitstralende pijn naar de tenen. De pijn treedt bijna altijd plotseling op tijdens lopen/sporten en heeft het karakter van kramp of een snijdende pijn. Het uittrekken van de schoen en het masseren van de voet bezorgt de meest snelle verlichting van de klachten. Op den duur komen de pijnperioden steeds sneller en deze houden langer aan. De klachten verdwijnen niet meer zo snel door het uittrekken van de schoenen of massage. Op den duur kunnen zenuwverdikkingen (neuromen) zo dik worden dat het onmogelijk wordt om zonder pijn schoenen te dragen en wordt de pijn chronisch.
Een zweepslag (Coup de fouet) is een grote of kleinere scheur in een spier. Hij kan in principe in elke spier voorkomen, maar komt meestal voor in de kuit. De kuit bestaat uit twee grote spieren: de oppervlakkige tweekoppige musculus gastrocnemius en de diepe musculus soleus. Die spieren komen laag in de kuit samen en hechten via de achillespees aan op het hielbeen van de voet. Ze duwen de voetzool naar beneden en hebben dus een functie bij het op de tenen staan en het afzetten van de voet zoals bij wandelen, lopen en springen. Bij het afzetten van de voet met lopen of springen ontstaat er plotseling een gevoel van een klap tegen de kuit. Daar komt de naam ook vandaan, alsof je een zweepslag krijgt.
Er is een scheur ontstaan in het spiergedeelte, het dikke deel van de kuit, meestal aan de binnenzijde van het been. Behalve de vezels van de spier scheuren er ook bloedvaten en lymfevaten. Dan komt er dus bloed en vocht los in het been dat zwelt en blauw kan worden.
Er is een plotselinge scherpe pijn, precies op de plek waar de scheur is ontstaan. Dit is een heel andere pijn dan bij een spierkramp die meestal wel herkend wordt. Bovendien is bij kramp de spier keihard, terwijl bij een zweepslag de spier zacht aanvoelt.
Met zweetvoeten worden voeten bedoeld die niet vochtig zijn van het zweet, maar een sterke en over het algemeen als onaangenaam ervaren geur verspreiden. De oorzaak van zweetvoeten is gelegen in een zekere mate van vochtproductie, een voedingsbodem en een temperatuur van rond de 30 tot 40 graden. Door deze drie factoren kunnen bacteriën zich uitstekend ontwikkelen. De bacteriën veroorzaken een afscheiding en sterven af. Dit proces is de oorzaak van een, voor de meeste mensen, penetrante en onaangename geur. De ophoping van afvalstoffen en vochtigheid dragen bij tot een verdere groei van bacteriën. De voedingsbodem ontstaat door het loslaten van oude huidcellen.
Houd de voeten zo droog mogelijk. Draag open schoenen, zoals sandalen, of schoenen gemaakt van een materiaal dat ademt. Afgeraden wordt schoenen te dragen gemaakt van kunststof materialen zoals rubber of nylon. Katoenen sokken of wollen sokken en leren schoenen geven al wat minder problemen.
Voeten wassen, en het verwijderen van de oude huidcellen, is een tijdelijke oplossing. Zeep verwijdert een deel van de bacteriën maar een deel blijft achter en zal zich weer snel vermenigvuldigen.
Het dragen van open schoenen werkt vaak heel goed, vooral in combinatie met de andere aanbevelingen. Waar of wanneer dit niet kan (bijvoorbeeld in de winter) helpt het soms om de VOETCENTRAAL schoenontvochtiger te gebruiken. Die neemt het overmatige vocht op. Vraag naar de schoenontvochtiger bij uw VOETCENTRAAL specialist.
Zwemmerseczeem is eigenlijk geen eczeem, maar een schimmelinfectie van een of beide voeten. Het wordt ook wel aangeduid met “voetschimmel”. Het zwembad is de plaats waar mensen de infectie meestal oplopen, vandaar de naam. De aandoening wordt veroorzaakt door een schimmel uit de groep van de dermatofyten, die zich graag nestelt in vochtige huid. Het oplopen van voetschimmel kan gebeuren op plaatsen waar vochtige blote voeten veel voorkomen, zoals in zwembaden of in gemeenschappelijke douches. Een andere oorzaak is soms het dragen van slecht ventilerende schoenen, die zweetvoeten veroorzaken. Heeft de huid een neutrale zuurgraad, dan biedt de huid bescherming tegen voetschimmel.
Deze zuurgraad kan echter verstoord worden wanneer de voeten te veel met zeep gewassen worden, of wanneer de zeep niet goed wordt afgespoeld.
Onze adviseurs kunnen u helpen als u hinder ondervindt van bijvoorbeeld de volgende klachten:
- Heup- en of rugklachten
- Overbelastingsklachten
- Vermoeidheidsklachten
- Sportblessures
- Standafwijkingen van tenen/ nagels
- Specifieke voetproblemen bij kinderen
- Klachten bij diabetes en reuma
- Ulcera (wonden) bij diabetes patiënten